Helden op zee

Het zijn echte helden. De vrijwilligers van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij, in de volksmond gewoon KNRM. De historie van de KNRM gaat terug tot 1824. Het was toen geen vanzelfsprekendheid dat schipbreukelingen gered werden, maar toen bij een scheepsramp en een reddingspoging daarvan zes redders verdronken ontstond er een georganiseerd reddingswezen. Sindsdien hebben vrijwilligers zich ingezet om mensen in nood op zee te redden. Met gevaar voor eigen leven! Tegenwoordig heeft de KNRM 45 stations in Nederland. Aan de kust maar ook aan grote meren, zoals het IJsselmeer. Ruim 1.400 vrijwilligers zetten zich dagelijks in om mensen te redden. Ook vanuit station IJmuiden, dat overigens naast het hoofdkantoor van de KNRM ligt, waar Tom Otten schipper is.

Reddingstation IJmuiden.

Tom is de enige betaalde kracht op het KNRM-reddingstation in IJmuiden. ‘Ik ben de schipper en wordt door de KNRM betaald om tussen 9.00 en 17.00 uur het station bemand te houden. Daarnaast zorg ik ervoor dat onze boot, de Nh 1816, klaarligt om uit te varen wanneer het moet. Ik werk samen op dit station met 20 vrijwillige opstappers waarvan twee plaatsvervangend schipper zijn als ik er niet ben. Daarnaast zijn er nog helpers aan de wal. Iedere vrijwilliger woont binnen 10 minuten van het station, want als er een noodsignaal binnenkomt dan varen we met minimaal zes man uit. Bij storm is dat overigens meteen ook het maximaal aantal opstappers. Het vraagt veel van onze vrijwilligers om klaar te staan, want een dagje Amsterdam, familiebezoek of een avondje stappen moet echt gepland worden.’ Tom vertelt het nuchter alsof hij alles al heeft meegemaakt. En dat is ook zo. Hij heeft eerst tien jaar lang bij de marine gewerkt. Bommen onschadelijk gemaakt op zee. Soms op 95 meter diepte. Nu is hij alweer drie jaar schipper in IJmuiden en heeft hij al vele mensenlevens met zijn team gered. ‘Tot een mijl of 50 varen we uit. Ieder seizoen heb je ander soort slachtoffers. In de winter mensen die niet meer verder willen, kitesurfers tijdens een goede najaars- of voorjaarsstorm en in de zomer mensen die te ver uit de kust terecht komen of van een zeilboot af vallen. En we helpen ook bij schepen die in nood verkeren.’

Hoe word je opstapper?

‘Tot je 55ste mag je meevaren als opstapper, dus we zoeken eigenlijk mensen onder de 45, want voor dat je alle kneepjes onder de knie hebt, zijn we jaren verder. De meeste jongens hier zijn eigenlijk opstapper voor het leven. Daarnaast moet er natuurlijk een klik zijn met het team. We zijn allemaal kameraden van elkaar. We moeten het echt samen doen. Op elkaar kunnen vertrouwen. Je hebt geen nautische of technische achtergrond nodig. Je kunt hier je vaarbewijs en EHBO-opleiding halen. En je moet dus binnen 10 minuten op het station kunnen zijn.’ Iedere maandag wordt er geoefend. ‘Dan gaan we een frisse neus halen. We laten nieuwkomers onder andere wennen. Dat noemen we ‘inslingeren’. Een opstapper wordt overboord gegooid en wij gaan diegene redden. Die oefeningen zijn erg belangrijk. Je leert wat je aan elkaar hebt.’ Het oefenen gebeurt uiteraard niet bij windkracht 9, want dan hebben deze helden het al druk genoeg.

www.knrm.nl

Dit artikel is net als vele andere artikelen terug te lezen in het magazine Ontdek Velsen Nr. 10.